dinsdag 23 januari 2018

Burn-out

Burn-out is de ziekte van onze tijd. Meer en meer werknemers krijgen ermee te kampen. Het is als een sluipend gif waarbij je energiepeil uit balans raakt door een voortdurende hoge werkdruk. Een verraderlijk langzaam proces waarin je enthousiasme omslaat in uitputting. Maar je bent verantwoordelijk en wil goed werk afleveren. En dus negeer je alle symptomen. Tot je motor begint te sputteren. En je echt niet meer kan omdat je lichaam het van je overneemt.


Ook in de bouwsector krijgen steeds meer en meer werknemers te kampen met een burn-out. Een overheersende gedachte in de bouw is nog altijd dat doorwerken en niet teveel zeuren de beste manieren zijn om ergens te geraken.
Veel hangt uiteraard af van je werkdruk en hoe je daarmee omgaat. Een constante bij burn-out is dat het vaak gaat over mensen met een zeer hoge gedrevenheid en een groot streven naar perfectionisme. Ze raken steeds verder uitgeput, blijven doorgaan en nemen geen tijd om nog voldoende te herstellen. Het is een vicieuze cirkel.
Helaas is ook in mijn zeer nabije omgeving iemand het slachtoffer geworden van een burn-out. Ik zie haar nog voor me zitten, op de grond, in een hoekje starend als een klein hulpeloos meisje. Ze was volledig uitgeput. Explosies van angst, paniekaanvallen, hyperventilatie en depressieve gevoelens kregen geregeld de bovenhand. De alledaagse dingen kostte haar enorm veel moeite. Ze sloot haar volledig af van de buitenwereld. Het enige wat ze wilde, was slapen.


Een burn-out is zowel voor de persoon zelf als zijn nabije omgeving een zeer zware, moeilijke, machteloze en frustrerende situatie waar je niet van vandaag op morgen uit geraakt. Gemiddeld duurt het 180 dagen voordat een werknemer met een burn-out weer volledig aan de slag is. En dan nog moet je blijven oppassen om niet terug in je oude gewoontes te (her)vallen.



Ook in de bouwsector wordt er steeds meer en meer verwacht van de werknemers tegen een enorme tijdsdruk. Dit brengt uiteraard heel wat negatieve stress met zich mee:

Metselaar: “Door de concurrentie in de sector zijn onze werkdagen niet verlengd, maar het ritme is wel verhoogd. De pauzes liggen vast bij ons: om 8 uur is er een pauze van een tiental minuten voorzien, om 10 uur hebben we een half uur schaft. Wie het tempo niet kan volgen of te veel fouten maakt, krijgt te horen dat hij niet gewenst is. Je hoopt elke dag dat er maar geen onvoorziene dingen gebeuren, want dan kan je ’s avonds langer blijven. De planning is zo nipt berekend dat de minste onverwachte gebeurtenis alles in de war stuurt.”

Werfleider: “Op grote piekmomenten voel ik mij vaak erg opgejaagd en slaap ik ‘s nachts bijna niet. Ik ben dan meestal de volgende dag al in detail aan het plannen in mijn hoofd. Dan ben ik een stuk prikkelbaarder dan anders en kan me nog moeilijk ontspannen. Mijn familieleden zijn daar vaak het slachtoffer van.”


Rust en steun zijn natuurlijk heel belangrijk, maar er moet zeker ook gewerkt worden aan de verandering van de situatie of van de gewoonten die de aanleiding geven tot deze constante negatieve stress. Dit is zeker niet eenvoudig. Steek je kop niet in het zand en denk: dat waait wel over. Vaak zijn er al een tijdje signalen dat het niet goed gaat. Probeer dat bespreekbaar te maken op je werk en thuis. Dat zal niet altijd even gemakkelijk zijn. Bovendien rust er helaas op dit onderwerp nog vaak onbegrip en een taboe.



bron: asap.be - navb.constructiv.be - albertsonnevelt.nl

maandag 15 januari 2018

Spullen-Obesitas

Het bouwverlof is begonnen. De sfeer is uitgelaten en iedereen is ontspannen. Even geen bouwavonturen voor mij deze weken. Op het programma de komende dagen staat het thema 'OPRUIMEN'. Ontspullen, consuminderen of minimaliseren – kortom: de 'gelukkiger met minder' - filosofie!


Spullen-Obesitas, dat is mijn probleem. Gelukkiger worden met minder. Een mooi idee, maar toch ook een beetje beangstigend. Geen makkelijke opgave voor mij. Waarom kunnen we zo moeilijk afstand doen van onze spullen?


Er is geen wetenschappelijke formule die zegt hoeveel spullen je nodig hebt om gelukkig te zijn. Mensen houden emotionele zaken vaak bij uit een gevoel van veiligheid: ik heb ze nog, dus heb ik ook mijn herinneringen nog. Maar wees gerust, die herinneringen zitten gebeiteld in je hoofd. Daar heb je geen honderden foto’s voor nodig. 
Maar te veel spullen geeft stress volgens de Britse journalist en trendwatcher James Wallman. Hij noemt het stuffocation of spullenverstikking.


Goed, neem dat ik overtuigd ben. Hoe pak ik het dan aan? Ontspullen bij mij is een werk van lange adem. Spullen die ik in jaren heb opgebouwd, ruim ik niet in één dag op. 
Mijn kleding- & schoenenkast tot op vandaag is één van de grootste opruim obstakels in het huis. Sorteren op kleur en soort is de boodschap. Mijn opruim-motto: Alles wat ik in het afgelopen jaar niet meer gebruikte of droeg en waarvan ik het bestaan eventueel totaal vergeten was, schenk ik maar beter weg. 

Trouwens dat principe geldt ook voor het speelgoed van mijn kinderen: wegschenken en -gooien is het begin van alle opruimwijsheid.


Resultaat: Na 11 grote vuilniszakken en meermaals de vraag of ik zwanger ben (No Way) is mijn geest rustiger, heb ik positieve energie en vooral mijn huis properder. (voor zolang dat het duurt)

Ons overlevingsinstinct maakt het dus moeilijk om spullen weg te doen maar soms is opruimen gewoon een kwestie van doen. De BouwGriet is klaar om er in 2018 in te vliegen: opgeruimd staat netjes!

Bron: Libelle 43/2016